De taal gebruikt verschillende onbepaalde voornaamwoorden die 1-op-1 vanuit Nederlands naar Spaans vertaald kunnen worden.
De belangrijkste zelfstandige naamwoorden zijn:
De belangrijkste zelfstandige naamwoorden zijn:
- Men Se, uno
- Iets Algo
- Iemand Alguien
- Niets Nada
- Niemand Nadie
- Wie maar ook Quienquiera
- Een zeker Alguno
- Beide Ambos
- Andere Otro
- Alle(s) Todo
- Overige Demás
- Verschillende Diferente
- Verschillende Distinto
- Enkele Unos
- Geen enkele Ninguno
- Verscheidene Varios
- Meer Más
- Minder Menos
- Zelfde Mismo
- Vele Mucho
- Voldoende Bastante
- Te weinig Poco
- Te veel Demasiado
- Zo veel Tanto
Belangrijkste bijvoeglijke voornaamwoorden zijn de volgende:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten